Wie is de kleine heks?

Wie is de kleine heks?

Ik ben Vicky, de kleine heks.
Ik noem mezelf heks omdat ik geïnteresseerd ben in typische heksendingen: kruiden, mandala's, symbolen, geest-kracht, natuurkracht, oude wijsheden, ... Omdat mijn krachten als heks eerder beperkt zijn en omdat ik maar 1m51 meet, heb ik mezelf omgedoopt tot "kleine heks".

Mijn tuin is in de eerste plaats een experiment en leerschool voor mij. Ik streef naar een evenwicht tussen "wilde natuur", "voedselbos" en "siertuin":

"Wilde natuur" in een tuintje van 500m2 in een woonwijk moet je met een korrel zout nemen. Het komt er op neer dat mijn gazon ingezaaid is met inheemse grassen in plaats van Engels raaigras. Ik maai het zeer weinig waardoor bloemen een kans krijgen om in bloei te komen. Op sommige plaatsen laat ik het doorgroeien tot het (gras) in bloei staat. Want ja, ook lang gras is waardevol voor insecten!
En voor de rest laat ik spontaan opgekomen "onkruid" meestal staan tenzij het hinderlijk wordt. Dus doorheen de jaren hebben brandnetels, stinkende gouwe (best een mooie plant overigens), boterbloemen, Sint-jacobskruiskruid, smalle weegbree (een medicinaal waardevolle plant) en duizendblad (heerlijk in pannenkoeken naar 't schijnt) onze tuin verrijkt. Daarnaast plant ik ook inheemse planten omwille van hun waarde voor de natuur en last but not least: omdat wilde natuur je tuin gezond houdt! (En met "tuin" bedoel ik hier het tegenovergestelde van natuur: planten die jij/de mens zelf kiest omdat ze een functie hebben voor jou/de mens: voedsel, geur of schoonheid bijvoorbeeld.)

"Voedselbos" moet je jammer genoeg in een tuintje van 500 m2 ook met een korrel zout nemen. Ik had graag gezien dat er hier plaats was voor een groot bos vol notenbomen en fruitbomen maar in werkelijkheid, is er slechts plaats voor enkele bomen en een handvol struiken. Mijn tuin is dus een bosrand-tuin met struiken waar bessen of noten aan groeien, enkele bomen en klimplanten met eetbaars en kruiden die het goed doen in de schaduw (bos-kruiden zo je wil).
Daar duikt natuurlijk de leerschool op: je kan niet alles hebben in het leven, je moet keuzes maken of ... je moet constant snoeien en bomen verplanten omdat je niet kon kiezen en alles te dicht op elkaar gezet hebt. Anderzijds zou je er van versteld staan hoeveel planten je kwijt kan in een tuin van slechts 500 m2.
Naast het voedselbosgedeelte is er ook een moestuingedeelte: verhoogde bakken waar voornamelijk eenjarige groenten in geteeld worden.

En "siertuin", ach schoonheid is modegebonden hé. Een strak gazon zonder bloemen is bijvoorbeeld een modeverschijnsel dat ik niet volg, al was het maar omdat het ecologisch niet verantwoord meer is. Idem voor gekunselde cultivars met veel te dikke bloemen waar geen bij of hommel nog bij de nectar geraakt.
Wat heb ik dan wel voor moois: een bloemenborder die vroeg in het voorjaar 50 tinten blauw kleurt en een heleboel hommels van voedsel voorziet, een pergola met klimplanten (met eetbaars), een vijverton (tja, geen plaats voor een echte vijver hé en compromissen sluiten) waarin van maart tot oktober iets in bloei staat, en niet te vergeten, heel veel verschillende insecten. Juweeltjes zijn het, allemaal in verschillende kleuren en patronen, glanzend als druppels, transparant als water, ... voor elk wat wils.
(Maak zeker eens kennis met Jana de juffer.)

En wie dacht dat schoonheid enkel om het visuele draait, sta hier maar eens bij stil: op auditief vlak is een wilde tuin duizend keer interessanter dan een modegebonden "nette" tuin.
Een wilde tuin maakt muziek: je hoort bijen gonzen, vogels fluiten, kikkers kwaken of krekels tsjirpen, ... kortom geluiden die welkom zijn voor het overwerkte brein van de moderne mens.

(juli 2017)