Bladluisplagen vermijden

Elk jaar vanaf mei regent het klachten over bladluisplagen. Het is een algemeen aanvaarde stelling dat de bladluizen de oorzaak van het probleem zijn en dat je deze zo snel mogelijk moet verwijderen. Maar is dat wel zo?

Bladluisplagen vermijden

Inleiding:

Elk jaar vanaf mei regent het klachten over bladluisplagen.

Het is een algemeen aanvaarde gedachte dat de bladluizen de oorzaak van het probleem zijn en dat je deze zo snel mogelijk moet verwijderen.
Maar is dat wel zo?
(Lees het artikel in PDF-formaat.)

Nee! Een bladluizenplaag is slechts een symptoom van een ander onderliggend probleem:

- Te lage biodiversiteit in je tuin. Er zijn meer dan tien verschillende diersoorten die bladluizen eten dus eigenlijk is het best straf dat deze niet vanzelf weggewerkt worden in je tuin!

- Verzwakte planten. Planten kunnen verzwakt zijn door omstandigheden zoals het (te droge) weer of door verkeerde bemesting (te veel stikstofmest en ondermaats bodemleven). Aan beide zaken kan je iets doen.

Merk op dat veel acties die wij ondernemen tegen bladluizen ofwel vallen onder symptoombestrijding ofwel onder maskeren van het probleem (bladluizen dood spuiten en lieveheersbeestjes kopen bijvoorbeeld) en niet de onderliggende oorzaken aanpakken.

Wat te doen?

Dit helpt tegen bladluisplagen maar ook tegen andere plagen en slechte bestuiving:

- 1: Biodiversiteit verhogen
=> met nuttige planten en
=> met leefgebied voor natuurlijke vijanden

- 2: Je planten weerbaar maken
=> door slim te bemesten/juist te mulchen en
=> met beschermende planten (bladluismagneten)

_______________________________________________________

1: Biodiversiteit verhogen

De biodiversiteit verhogen doe je door bepaalde planten te zetten en door woongelegenheid te verschaffen aan zo veel mogelijk diersoorten.

A) Nuttige planten: biodiversiteitsboosters


Inheemse planten:
Bijna elke inheemse plant heeft wel een link met een of ander diertje dat op de plant zal afkomen. De extra diertjes zorgen dan weer voor voedsel voor andere dieren en zo bouw je geleidelijk aan een voedselweb en dus aan een veerkrachtig systeem.

Bankerplanten, planten met een speciaal effect:
Bankerplanten zijn (meestal inheemse) planten die worden geplant omdat ze gevoelig zijn voor een bepaalde plaag die ook op je groenten/fruit/kruiden kan voorkomen.
Zij trekken dus de natuurlijke vijanden op voorhand aan zodat die bij een volgende plaag in wording al in een zeer vroeg stadium aanwezig zijn.

Dus:
Eerst, in februari: Bankerplant heeft last van luis “A1”.
=> Gevolg: Groep natuurlijke vijanden neemt geleidelijk aan toe vanaf februari.
Later, in april: Nutgewas heeft last van luis “A1” of “A2 ".
=> Gevolg: Natuurlijke vijanden zijn al aanwezig en drukken de plaag snel de kop in.

Bijvoorbeeld: hazelaar en vlier

Groenten in bloei/zaad

Af en toe bepaalde groenten NIET OOGSTEN kan een weldaad voor je tuin zijn. Schermbloemigen, alliums en kruisbloemigen zijn drie families die ons zeer veel lekkere groenten/kruiden opleveren én die echte biodiversiteitsboosters zijn als ze in bloei én in zaad komen.

Het leuke is dat er ook vaste planten van deze families bestaan. Je kan ze dus ook in je (eetbare) border zetten.

Hoe gaat dat in zijn werk?
1: Je laat 1 à 2 keer per maand een groente doorschieten.
2: Tijdens de bloei lokken ze een enorme hoeveelheid aan nuttige insecten. (zweefvliegen, hommels, bijen, vlinders …).
3: Na de bloei verzwakken ze waardoor de reeds aanwezige bladluizen deze planten zullen verkiezen boven je andere groenten. De energie van de plant zit namelijk in het produceren van zaad. De bladcelwanden worden minder stevig en zijn voor bladluizen gemakkelijk te penetreren. Bekijk eens de bladeren van een plant in zaad en je zal zien dat deze er niet gezond uitzien en last hebben van schimmel of bladluizen.
4: Als je de zaden oogst, kan je ze later gebruiken als zaadgoed of (soms) als keukenkruid. Je kan ze ook laten hangen voor de vogels (extra biodiversiteit!) en zichzelf laten uitzaaien.

Voorbeelden:
- schermbloemigen: wortel, pastinaak, venkel, peterselie, koriander, dille, kervel, Roomse kervel*, zwartmoeskervel**, engelwortel, wilde peen, zevenblad …

- alliums: daslook*, bieslook, knoflook, ui, prei, Chinese bieslook*, Welsh onion*

- kruisbloemigen: diverse koolsoorten, spruiten, koolrabi, paksoi, Chinese kool, mosterd, rucola, radijs, rammenas, damastbloem*, look-zonder-look*, waterkers, landkers …

* Vaste planten
** Zwartmoeskervel heeft als extra voordeel dat deze al op het einde van de winter/in de vroege lente in bloei staat en dus al vroeg nuttige insecten
aantrekt. Het is tevens een vaste plant.  

B) Leefgebied voor natuurlijke vijanden

Niet enkel planten kunnen helpen om natuurlijke vijanden te lokken, ook oorwormenpotjes en mezennestkastjes kunnen helpen.

Oorwormenpotjes maak je gemakkelijk zelf: hang een omgekeerde bloempot vol stro of pijpjes van karton in de bomen of elders et voilà, je hebt een schuilplaats voor oorwormen.

Mezennestkastjes kunnen helpen om mezen te lokken. Bijna alle vogels vangen in het voorjaar bladluizen en andere zachte sappige insecten om hun jongen te voeden maar mezen eten ook in andere seizoenen vrij veel bladluizen.

Daarnaast is “rommel” (die we gewoonlijk zo snel mogelijk opruimen) ook vaak woongelegenheid voor insecten: denk maar aan holle stengels van uitgebloeide planten waar oorwormen zich in verschuilen of mulch waaronder zich pissebedden of vuurwantsen verschuilen enzovoort.

2: Je planten weerbaarder maken

A) Bemest en mulch verstandig

Veel mensen bemesten te veel of verkeerd en veroorzaken zo problemen.
Vraag je dus zeker bij aangetaste planten af hoe je deze bemest hebt.

Enkele basisregels in verband met bemesten en mulchen:

  • Dierlijke meststof (bijvoorbeeld koemestkorrels) bevat stikstof.
    Stikstof bevordert groei. Te veel stikstof zorgt voor overmatige bladgroei ten koste van bladkwaliteit. De bladeren worden dan slapper en vatbaarder voor bladschimmels en vraat door bladluizen en slakken!
  • Traagwerkende, organische meststoffen (compost en mulch) zijn om meerdere redenen te verkiezen boven snelwerkende, chemische meststoffen.
  • Kalium kan ook de bladcelwanden versterken maar een teveel kan voor problemen zorgen. Als je niet zeker weet wat de oorzaak van het probleem is, kies dan voor een algemene (organische) meststof.
  • Eenjarige planten zijn gebaat bij een bacterierijk bodemleven en dit wordt gestimuleerd met groene, verse mulch. (gemaaid gras en bladafval)
  • Meerjarige planten zijn gebaat bij een schimmelrijk bodemleven en dit wordt gestimuleerd met bruine, houtige mulch. (snoei-afval, schors, stro, …)
  • Een goed bodemleven verteert de mulchlaag dus het is belangrijk om deze regelmatig aan te vullen zodat deze steeds even dik blijft (ongeveer 10 cm).

B) Bladluismagneten

Bladluismagneten zet je best her en der in je tuin. Ze zijn extra gevoelig voor bladluizen. Hierdoor worden de naburige planten gevrijwaard én blijft je tuin interessant voor natuurlijke vijanden.

Voorbeelden van bladluismagneten zijn:
Labbonen/vicia faba: lokken vroeg op het jaar al bladluizen
Brandnetel: zitten vanaf mei onder de bladluizen
Oost-indische kers: deze komen later op het jaar boven de grond en zitten tegen de zomer vaak onder de bladluizen.
Planten die niet op de ideale plaats staan:
deze zijn vatbaarder voor plagen en kan je gebruiken als bladluismagneet om andere planten gezond te houden. Observeer dus steeds goed je tuin om te leren welke planten het op welke plek goed doen.

_______________________________________________________

In een kleine tuin

Kijk bij een kleine tuin wat er bij de buren/in je omgeving staat en vul aan met wat ontbreekt. Dingen om op te letten zijn:
aanwezigheid van bomen/struiken en dus woongelegenheid voor vogels, aanwezigheid van nectar/stuifmeel zowel in het voorjaar als in de zomer als in het najaar, aanwezigheid van water en dus bepaalde insecten/vogels, …
Spreek eventueel zaken af met buren wie in welke maand bloeiende planten heeft.

Als je geen plaats hebt om regelmatig iets te laten doorschieten zodat er een heel jaar iets bloeit, kies dan voor planten die vroeg op het jaar bloeien. Veel nuttige insecten hebben het op dat moment moeilijk doordat de meeste mensen enkel zomerbloeiers in de tuin zetten.

_______________________________________________________

Nog belangrijk om weten:

1: de meeste planten overleven een bladluisplaag

2: Zolang je bladluizen doodt, weet je niet hoe groot (of hoe klein!) het probleem in je tuin is.
Ben je enkele weken of een jaar verwijderd van het evenwicht? Je weet het niet. Je houdt als het ware een illusie in stand. Erger nog, je belemmert het ontstaan van een gezond evenwicht tussen bladluizen en bladluis-eters en zorgt ervoor dat je volgend(e) jaar/maand dezelfde klus moet klaren.
Dus: verwijder de bladluizen niet, spuit er geen zeep/knoflook/… op en laat ze gewoon zitten als lokaas en als barometer. Observeer vervolgens welke natuurlijke vijanden komen en welke niet en hoe lang dit duurt. Zo krijg je inzicht in je tuin. Want:

3: de ultieme reden dat bladluis-eters permanent naar je tuin komen, is de constante aanwezigheid van (levende, smakelijke, niet vergiftige) bladluizen!
Wie bladluizen vergiftigt, neemt het voedsel weg van bladluis-eters en onderhoudt zo het probleem.
Wie bladluizen onsmakelijk maakt (met knoflook en dergelijke) verpest de maaltdij van natuurlijke vijanden.

4: Rommel is nuttig
Wat wij bestempelen als “rommel” is voor de natuur vaak leefgebied voor insecten, denk maar aan uitgebloeide bloemstengels, bladeren op de grond, …
Minder opruimen is zo simpel en geeft ongelooflijk veel resultaat. Soms is dit zelfs genoeg om je probleem op te lossen! Vraag je dus bij elke actie af waarom of voor wie je het doet. Doe je het uit gewoonte of omdat je denkt dat het zo hoort of is het echt nodig?

5: Aziatische lieveheersbeestjes versus inheemse lieveheersbeestjes
Als je lieveheersbeestjes koopt, maskeer je niet enkel het gebrek aan biodiversiteit in je tuin maar breng je waarschijnlijk ook schade toe aan de inheemse fauna. De lieveheersbeestjes die verkocht worden, zijn immers meestal Aziatische lieveheersbeestjes. Deze vormen een bedreiging voor de inheemse soorten. Sommige Aziatische lieveheersbeestjes eten de inheemse lieveheersbeestjes!

6: Inheemse planten komen vanzelf
Als je niet weet welke inheemse planten je wil toevoegen aan je tuin, laat het stuk dan verwilderen. Er zullen vanzelf (waarschijnlijk) inheemse planten opduiken die het goed doen op die plek.